Robert van Arkel van Renswoude genaamd van Aken
Ridder Robert van Arkel van Renswoude genaamd van Aken, heer van Grevenbroeck, geb. circa 1345, kocht in 1366 het kasteleinschap van Montenaken van ridder Jan van Montenaken, Heer van Bindersveld Door oom Johan van Arkel, bisschop van Utrecht, in 1363 beleend met Renswoude. Nadat Johan van Arkel bisschop werd van Luik en het graafschap Loon in zijn bezit kreeg, schonk hij Grevenbroek aan neef Robbert. Volgens du Tillet (fol. 292, aangehaald in het handschift Van Spaen, archief van den Hoogen Raad van Adel te ’s-Gravenhage) ontving Robrecht van Grevenbroeck in 1372 een jaargeld van de Koning van Frankrijk. Als burggraaf van Montenaeken leende hij in 1375 geld aan de stad Utrecht (van Spaen). Beleend in 1393 met den hof te Schleiden in het land van Dalem (Hollandsch Leenregister). In 1394 had hij een geschil met het klooster van Marienkroon te Heusden (Hollandsch Leenregister). Robrecht van Grevenbroeck stichtte een gasthuis te Roermond. Zijn vrouw was Elisabeth (volgend anderen Hildegond) de la Saulx, dochter van Wouter, heer van den Tempel en N. van Argenteau. Elisabeth was te voren weduwe van Daniel van Palland, heer van Trip. Van Sasse van Ysselt 1901, blz. 6-7.
Ridder Robbert van Arkel, Heer van Van Grevenbroeck genaamd van Aken. Kocht in 1366 het kasteleinschap van Montenaken van ridder Jan van Montenaken, Heer van Bindersveld en word 13-6-1373 als zodanig betiteld. In 1366 wordt hij als ridder vermeld en bezat hij een molen te Waremme in leen van de graaf van Loon (oom Jan de bisschop van Luik!). Hij verkreeg Grevenbroek (1380) van zijn oom bisschop Jan van Arkel. Naast Grevenbroek bezat hij Lille-St. Hubert, Rijnswoude, Hamont en Achel. Als ‘grand seigneur’ kreeg hij op 21-4-1372 een lijfpensioen van Karel V, koning van Frankrijk wegens bewezen diensten en liet hij een klooster en groot hospitaal te Roermond bouwen (met verwijzing naar Du Tillet, Recueil des Rois de France, leurs Couronne et Maison, deel II, blz. 297. Hij wordt hier ‘Van Renswoude’ genoemd). Robbert van Grevenbroeck was ontvanger generaal van het graafschap Loon. Ridder Otto van Arkel beloofde hem (1391) schadeloos te houden ‘van den hoeffstal ende alnoch 440 goede Holantsche guldens’. Hij leefde nog in 1401 maar overleed vóór 7-2-1416. In 1372 was hij gehuwd met jkvr. Pentecoste de La Saulx de Temples, weduwe van ridder Daniel van Pallandt, Heer van Trips. Pentecoste was een dtr. van ridder Wouter de La Saulx, Heer van Temples, en jkvr. Margriet d’ Argenteau (Arkenteel). Van Schijndel 1959, blz. 37-38.
Het kasteel van Grevenbroek was gebouwd door Willem van Boxtel die vanaf 1338 allodiaal heer was van het rechtsgebied Hamont, Achel en St. Huibrechts-Lille. Diens dochter en schoonzoon verkochten de heerlijkheid in 1360 aan de Luikse edelman Jan van Hamal. In de Loonse successieoorlog koos die de verkeerde zijde. In 1367 moest Jan van Hamal afstand doen van het kasteel van Grevenbroek waarna zijn zoon Willem met de burcht beleend werd als Loons leenman. Het Land van Hamont, etc. bleef allodiaal bezit van Willem van Hamal. Op 1 feb. 1380 ontving Robrecht van Arkel, het kasteel in leen van de Luise prins-bisschop. Hem werd tevens de heerlijke rechten over het land van Grevenbroeck in eigendom gegeven. In 1401 ontstond tussen het land van Grevenbroeck en de naburige Loonse dorpen onenigheid over het bezit van de heide. Prins-bisschop Jan van Beijeren liet de kwestie onderzoeken en grensstenen plaatsen. Robrecht van Arkel, heer van Grevenbroeck ging met de plaatsing niet accoord en liet ze uitrukken. De prins-bisschop bracht een leger samen en trok het land van Grevenbroek binnen, veroverde de vesting Hamont en belegerde het kasteel van Grevenbroek, dat door Jan van Grevenbroek werd verdedigd, dat zich na een langdurig beleg over moest geven. Bij decreet van 24 mei 1401 werd Robrecht van Grevenbroeck vervallen verklaard van zijn rechten en werd het Land van Grevenbroeck geannexeerd en tot Loons leen gemaakt. Zoon Jan van Grevenbroeck werd vervolgend beleend met het kasteel en het land van Grevenbroek. Piet Dekker 1998, blz.147-149.
Uit het bovenstaande valt dus te destilleren dat Robbert van Arkel in 1363 Renswoude ontving van zijn oom de bisschop. Hij is schijnbaar in het gevolg van zijn oom naar Luik gegaan en heeft daar carrière gemaakt. In 1366 was hij ridder en had hij een molen te Waremme. In 1366 kocht hij het kasteleinschap van Montenaken waaraan hij zijn incidentele bijnaam Van Aken ontleende. Hij had ook een bastaard met naam Robbert van Aken. Vervolgens moet hij in dienst van de Koning van Frankrijk hebben gestaan waardoor deze hem in 1372 beloonde met een lijfpensioen. Schijnbaar heeft oom Jan van Arkel, overl. 1377, het allodiale land van Hamont, etc. verworven van de familie Van Hamal en geschonken aan zijn neef, die naderhand zelf ook de burcht Grevenbroek verwierf omdat hij daar op 1 feb. 1380 door de nieuwe prins-bisschop mee werd beleend. Het kan ook zijn dat de schenking door bisschop Jan van Arkel een verzinsel is en dan zal heer Robbert uit eigen zak de burcht en het Land van Grevenbroek gekocht hebben. De schenking moet in ieder geval dateren voor … 1377, het overlijdensjaar van oom Jan. Heer Robbert van Grevenbroek was vóór 2 jan. 1413 overleden. Den Bosch R. 1188 (1412-1413), fol. 58r.
Zoon Jan van Grevenbroek wordt de oudste zoon genoemd van heer Robbert. Namen als Robbert, Wouter of Daniel lagen echter meer voor de hand. Dus of Jan is de oudste in leven gebleven zoon van heer Robbert, of hij is vernoemd naar oudoom bisschop Jan van Arkel aan wie zijn vader veel de danken had. Als Jan van Arkel de peetoom was zal Jan in ieder geval in voor 1 juli 1377 zijn geboren. Rekening houdend met enkele jonggestorven kinderen zal het huwelijk van heer Robbert in of kort voor 1372 volgens Van Schijndel dus best kunnen kloppen. Hij verwijst hiervoor naar (De Hemricourt,) Le Miroir des Nobles de Hesbaye.
Volgens Europaischen Stammtafeln, Neue Folge VI, Tafel 113 Die Herren von Argenteau in Argenteau und in Houffalize, was Wauthier de la Saule gt de Temples gehuwd met Marie, jongere dr. van Renaud IV van Argentau. Bij deze Renaud (heer Robert heeft een zoon met naam Reynier, kastelein van Montenaken) staat de volgende informatie: Ritter, seigneur de Fleron, vogt zu Ciney, senechall d Hzt Limburg; 1318/56, overl. 1356/58; tr. Katharina von Corswarem, dr. v. Arnold. Marie’s oudere zus Adelaide huwde 1352 Werner van Merode. Voor zover je kunt vertrouwen op de ES zal het huwelijk tussen Marie van Argenteau en Wauter de la Saulx ook wel in de jaren ’50 te plaatsen zijn. Een dochter Elisabeth genaamd Pentecoste uit dit huwelijk zal derhalve bij haar hertrouwen nog jeugdig zijn geweest. Een huwelijksjaar van 1372 (de vermoedelijk eerste vermelding) is derhalve logischer dan ca. 1370. De (bij-) naam Pentecoste (Pinxt) komen we weer in jongere generaties tegen.
Heer Robbert van Arkel, heer van Grevenbroek heeft echter niet stil gelegen. Hij heeft maar liefst vier natuurlijke zonen met naam Robbert: R. van Aken; R. van Swolle; R. van der Hullen; R. Dunhoet, die we in de Bossche Protocollen tegenkomen in Peelland en in het grensgebied met België. Wellicht dat de laatste identiek is met een van de voornoemden. Diverse van deze zonen hebben voor nageslacht gezorgd die echter niet altijd gemakkelijk te koppelen valt aan de juiste Robbert. Naast de diverse Robbertsen is er ook nog een natuurlijke zoon Hector. De grote hoeveelheid kinderen en natuurlijke kinderen hebben ervoor gezorgd dat de genealogische literatuur over de Van Grevenbroeks (en het Land van Grevenbroek) zo’n onduidelijk beeld schetst over de juiste familieverhoudingen, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) circa 1401.- Vader:
Ridder Robert heer van van Arkel,Bergambacht en Renswoude, zn. van Jan III, heer van Arkel en Kunegonde van Virneburg, geb. tussen 1316 en 1320, Robbert was op 12 juli 1340 reeds ridder, op 12 april 1344 maarschalk van het Sticht Utrecht, n 1346 beleend met het goed te Renswoude, op 1 sept. 1346 heer van den Berghe, voor 8 jan. 1347 heer van Asperen door huwelijk, sneuvelde 21 juli 1347, ovl. (hoogstens 31 jaar oud) op 21 jul 1347, begr. te Utrecht, tr. (hoogstens 30 jaar oud) in 1346.
tr. (ongeveer 25 jaar oud) circa 1370
met
Elisabeth (Pentacoste) de la Saulx, dr. van Wouter de la Saulx Heer van Temples en Margriet d’Argenteau, tr. (1) met Daniel van Palland heer van Trip. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk 9 kinderen:
>
Leijntje Buijs
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Leijntje Aerts Buijs, ged. te Lekkerkerk op 28 feb 1682.tr. (resp. ongeveer 22 en ongeveer 24 jaar oud) te Ouderkerk aan de IJssel op 28 dec 1704
met
Theunis Ariens Trouwborst, zn. van Arien Cornelisz Trouwborst en Marchje Barents , ged. te Ouderkerk aan de IJssel op 27 okt 1680.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelis | ~1723 | Ouderkerk aan de IJssel | †1772 | Ouderkerk aan de IJssel | 49 | 1 | 1 |
>
Aert Buijs
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Aert Cnelisse Buijs.kerk.huw. te Lekkerkerk op 28 jan 1682
met
Theuntje Jacobs.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Leijntje | ~1682 | Lekkerkerk | | | | 1 | 1 |
>
Theuntje Jacobs
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Theuntje Jacobs.kerk.huw. te Lekkerkerk op 28 jan 1682
met
Aert Cnelisse Buijs.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Leijntje | ~1682 | Lekkerkerk | | | | 1 | 1 |
>
Elisabeth de la Saulx
Elisabeth (Pentacoste) de la Saulx.- Vader:
Wouter de la Saulx Heer van Temples, tr. circa 1350, (bron: http://www.kareldegrote.nl/Reeks97_Hamers_via_Van_Grevenbroek.html).
tr. (1)
met
Daniel van Palland heer van Trip.
tr. (Robert ongeveer 25 jaar oud) (2) circa 1370
met
Ridder Robert van Arkel van Renswoude genaamd van Aken, heer van Grevenbroeck, zn. van Ridder Robert heer van van Arkel,Bergambacht en Renswoude en Aleid van Asperen, geb. circa 1345, kocht in 1366 het kasteleinschap van Montenaken van ridder Jan van Montenaken, Heer van Bindersveld Door oom Johan van Arkel, bisschop van Utrecht, in 1363 beleend met Renswoude. Nadat Johan van Arkel bisschop werd van Luik en het graafschap Loon in zijn bezit kreeg, schonk hij Grevenbroek aan neef Robbert. Volgens du Tillet (fol. 292, aangehaald in het handschift Van Spaen, archief van den Hoogen Raad van Adel te ’s-Gravenhage) ontving Robrecht van Grevenbroeck in 1372 een jaargeld van de Koning van Frankrijk. Als burggraaf van Montenaeken leende hij in 1375 geld aan de stad Utrecht (van Spaen). Beleend in 1393 met den hof te Schleiden in het land van Dalem (Hollandsch Leenregister). In 1394 had hij een geschil met het klooster van Marienkroon te Heusden (Hollandsch Leenregister). Robrecht van Grevenbroeck stichtte een gasthuis te Roermond. Zijn vrouw was Elisabeth (volgend anderen Hildegond) de la Saulx, dochter van Wouter, heer van den Tempel en N. van Argenteau. Elisabeth was te voren weduwe van Daniel van Palland, heer van Trip. Van Sasse van Ysselt 1901, blz. 6-7.
Ridder Robbert van Arkel, Heer van Van Grevenbroeck genaamd van Aken. Kocht in 1366 het kasteleinschap van Montenaken van ridder Jan van Montenaken, Heer van Bindersveld en word 13-6-1373 als zodanig betiteld. In 1366 wordt hij als ridder vermeld en bezat hij een molen te Waremme in leen van de graaf van Loon (oom Jan de bisschop van Luik!). Hij verkreeg Grevenbroek (1380) van zijn oom bisschop Jan van Arkel. Naast Grevenbroek bezat hij Lille-St. Hubert, Rijnswoude, Hamont en Achel. Als ‘grand seigneur’ kreeg hij op 21-4-1372 een lijfpensioen van Karel V, koning van Frankrijk wegens bewezen diensten en liet hij een klooster en groot hospitaal te Roermond bouwen (met verwijzing naar Du Tillet, Recueil des Rois de France, leurs Couronne et Maison, deel II, blz. 297. Hij wordt hier ‘Van Renswoude’ genoemd). Robbert van Grevenbroeck was ontvanger generaal van het graafschap Loon. Ridder Otto van Arkel beloofde hem (1391) schadeloos te houden ‘van den hoeffstal ende alnoch 440 goede Holantsche guldens’. Hij leefde nog in 1401 maar overleed vóór 7-2-1416. In 1372 was hij gehuwd met jkvr. Pentecoste de La Saulx de Temples, weduwe van ridder Daniel van Pallandt, Heer van Trips. Pentecoste was een dtr. van ridder Wouter de La Saulx, Heer van Temples, en jkvr. Margriet d’ Argenteau (Arkenteel). Van Schijndel 1959, blz. 37-38.
Het kasteel van Grevenbroek was gebouwd door Willem van Boxtel die vanaf 1338 allodiaal heer was van het rechtsgebied Hamont, Achel en St. Huibrechts-Lille. Diens dochter en schoonzoon verkochten de heerlijkheid in 1360 aan de Luikse edelman Jan van Hamal. In de Loonse successieoorlog koos die de verkeerde zijde. In 1367 moest Jan van Hamal afstand doen van het kasteel van Grevenbroek waarna zijn zoon Willem met de burcht beleend werd als Loons leenman. Het Land van Hamont, etc. bleef allodiaal bezit van Willem van Hamal. Op 1 feb. 1380 ontving Robrecht van Arkel, het kasteel in leen van de Luise prins-bisschop. Hem werd tevens de heerlijke rechten over het land van Grevenbroeck in eigendom gegeven. In 1401 ontstond tussen het land van Grevenbroeck en de naburige Loonse dorpen onenigheid over het bezit van de heide. Prins-bisschop Jan van Beijeren liet de kwestie onderzoeken en grensstenen plaatsen. Robrecht van Arkel, heer van Grevenbroeck ging met de plaatsing niet accoord en liet ze uitrukken. De prins-bisschop bracht een leger samen en trok het land van Grevenbroek binnen, veroverde de vesting Hamont en belegerde het kasteel van Grevenbroek, dat door Jan van Grevenbroek werd verdedigd, dat zich na een langdurig beleg over moest geven. Bij decreet van 24 mei 1401 werd Robrecht van Grevenbroeck vervallen verklaard van zijn rechten en werd het Land van Grevenbroeck geannexeerd en tot Loons leen gemaakt. Zoon Jan van Grevenbroeck werd vervolgend beleend met het kasteel en het land van Grevenbroek. Piet Dekker 1998, blz.147-149.
Uit het bovenstaande valt dus te destilleren dat Robbert van Arkel in 1363 Renswoude ontving van zijn oom de bisschop. Hij is schijnbaar in het gevolg van zijn oom naar Luik gegaan en heeft daar carrière gemaakt. In 1366 was hij ridder en had hij een molen te Waremme. In 1366 kocht hij het kasteleinschap van Montenaken waaraan hij zijn incidentele bijnaam Van Aken ontleende. Hij had ook een bastaard met naam Robbert van Aken. Vervolgens moet hij in dienst van de Koning van Frankrijk hebben gestaan waardoor deze hem in 1372 beloonde met een lijfpensioen. Schijnbaar heeft oom Jan van Arkel, overl. 1377, het allodiale land van Hamont, etc. verworven van de familie Van Hamal en geschonken aan zijn neef, die naderhand zelf ook de burcht Grevenbroek verwierf omdat hij daar op 1 feb. 1380 door de nieuwe prins-bisschop mee werd beleend. Het kan ook zijn dat de schenking door bisschop Jan van Arkel een verzinsel is en dan zal heer Robbert uit eigen zak de burcht en het Land van Grevenbroek gekocht hebben. De schenking moet in ieder geval dateren voor … 1377, het overlijdensjaar van oom Jan. Heer Robbert van Grevenbroek was vóór 2 jan. 1413 overleden. Den Bosch R. 1188 (1412-1413), fol. 58r.
Zoon Jan van Grevenbroek wordt de oudste zoon genoemd van heer Robbert. Namen als Robbert, Wouter of Daniel lagen echter meer voor de hand. Dus of Jan is de oudste in leven gebleven zoon van heer Robbert, of hij is vernoemd naar oudoom bisschop Jan van Arkel aan wie zijn vader veel de danken had. Als Jan van Arkel de peetoom was zal Jan in ieder geval in voor 1 juli 1377 zijn geboren. Rekening houdend met enkele jonggestorven kinderen zal het huwelijk van heer Robbert in of kort voor 1372 volgens Van Schijndel dus best kunnen kloppen. Hij verwijst hiervoor naar (De Hemricourt,) Le Miroir des Nobles de Hesbaye.
Volgens Europaischen Stammtafeln, Neue Folge VI, Tafel 113 Die Herren von Argenteau in Argenteau und in Houffalize, was Wauthier de la Saule gt de Temples gehuwd met Marie, jongere dr. van Renaud IV van Argentau. Bij deze Renaud (heer Robert heeft een zoon met naam Reynier, kastelein van Montenaken) staat de volgende informatie: Ritter, seigneur de Fleron, vogt zu Ciney, senechall d Hzt Limburg; 1318/56, overl. 1356/58; tr. Katharina von Corswarem, dr. v. Arnold. Marie’s oudere zus Adelaide huwde 1352 Werner van Merode. Voor zover je kunt vertrouwen op de ES zal het huwelijk tussen Marie van Argenteau en Wauter de la Saulx ook wel in de jaren ’50 te plaatsen zijn. Een dochter Elisabeth genaamd Pentecoste uit dit huwelijk zal derhalve bij haar hertrouwen nog jeugdig zijn geweest. Een huwelijksjaar van 1372 (de vermoedelijk eerste vermelding) is derhalve logischer dan ca. 1370. De (bij-) naam Pentecoste (Pinxt) komen we weer in jongere generaties tegen.
Heer Robbert van Arkel, heer van Grevenbroek heeft echter niet stil gelegen. Hij heeft maar liefst vier natuurlijke zonen met naam Robbert: R. van Aken; R. van Swolle; R. van der Hullen; R. Dunhoet, die we in de Bossche Protocollen tegenkomen in Peelland en in het grensgebied met België. Wellicht dat de laatste identiek is met een van de voornoemden. Diverse van deze zonen hebben voor nageslacht gezorgd die echter niet altijd gemakkelijk te koppelen valt aan de juiste Robbert. Naast de diverse Robbertsen is er ook nog een natuurlijke zoon Hector. De grote hoeveelheid kinderen en natuurlijke kinderen hebben ervoor gezorgd dat de genealogische literatuur over de Van Grevenbroeks (en het Land van Grevenbroek) zo’n onduidelijk beeld schetst over de juiste familieverhoudingen, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) circa 1401.
Uit dit huwelijk 9 kinderen:
>
Marchje
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Marchje Barents , begr. te Ouderkerk aan de IJssel op 17 dec 1739.tr.
met
Arien Cornelisz Trouwborst, zn. van Cornelis Leendertsz. Borst 'den ouden' en Jaepje Senten Maetroosje.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Theunis | ~1680 | Ouderkerk aan de IJssel | | | | 1 | 1 |
>
Bonaventura van Grevenbroeck
Bonaventura van Grevenbroeck.
>
Jaepje Maetroosje
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Jaepje Senten Maetroosje, ovl. voor 1668.tr.
met
Cornelis Leendertsz. (Cornelisz) Borst 'den ouden', zn. van Leendert Cornelisz Borst en Berber Foppendr. , woonachtig te Krimpen aan de IJssel (te Capelle a/d IJssel), kocht land van zijn broers 1668, voogd over de kinderen van zijn broer Cornelis in 1671, ovl. te Capelle a/d IJssel op 9 mei 1626.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Arien | | | | | | 1 | 1 |
>
Sent Maetroosje
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Sent Leenders Maetroosje.tr.
met
Arieantje Huijgensdr. N.N..
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jaepje | | | †1668 | | | 1 | 1 |
>
Arieantje N.N.
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Arieantje Huijgensdr. N.N..tr.
met
Sent Leenders Maetroosje.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jaepje | | | †1668 | | | 1 | 1 |
>
Leendert Borst
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Leendert Cornelisz Borst, woonachtig te Krimpen aan de IJssel circa 1600, heemraad, ovl. (hoogstens 68 jaar oud) voor 1668.tr.
met
Berber Foppendr. , dr. van Fop Luijten.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelis | | Krimpen aan de IJssel | †1626 | Capelle a/d IJssel | | 1 | 1 |
>
Berber
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Berber Foppendr. .tr.
met
Leendert Cornelisz Borst, zn. van Cornelis Cornelisz Borst en Maertge Pietersdr Besemer, woonachtig te Krimpen aan de IJssel circa 1600, heemraad, ovl. (hoogstens 68 jaar oud) voor 1668.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelis | | Krimpen aan de IJssel | †1626 | Capelle a/d IJssel | | 1 | 1 |
>
Fop Luijten
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Fop Luijten. een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Berber | | | | | | 1 | 1 |
>
Cornelis Borst
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Cornelis Cornelisz Borst, woonachtig te Capelle a/d IJssel, ovl. te Capelle a/d IJssel op 9 mei 1626.- Vader:
Cornelis , woonachtig te Capelle a/d IJssel, tr.
tr.
met
Maertge Pietersdr Besemer, dr. van Pieter Jansz Besemer en Barbara Louwensdr , begr. te Capelle a/d IJssel op 10 mei 1641, tr. (1) met Pieter Maertensz . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Gerrit Aertsz . Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Leendert | *1600 | Krimpen aan de IJssel | †1668 | | 68 | 1 | 1 |
>
Bonaventura van Grevenbroeck
Bonaventura van Grevenbroeck, geb. circa 1500, beleend met het schoutambacht van Mierlo 1532 In 1529 had hij een geschil met de pastoor van Mierlo waarna hij de huisraad van de pastorie kort en klein sloeg en pastoor Jan Moens bijna zou hebben doorstoken als men hem niet had tegengehouden, ovl. (hoogstens 52 jaar oud) voor 15 sep 1552.- Vader:
Erasmus (Raes) van Grevenbroeck, zn. van Jonkheer Jan van Grevenbroeck heer van Binderveld en Jonkvrouwe Christina van Sittert, heer van Heeswijck en Dinther (1502,1518), Mierlo (1518) en Bildertvelt (B). Hij testeert 29.9.1532 en legateert het vorsterschap van Mierlo aan Vedastus (van Grevenbroek ??) "zijne neve", maar in leenregister (abusievelijk ?) genoemd natuurlijke zoon. Had bij N.N. twee bastaardzoons en bij Anna (lees Barbara) Martens negen bastaardkinderen, die zijn goederen erfden. Barbara Martens overleed na 26.9.1577 en werd begraven in Gemert.
Erasmus (Raeschen) was volgens het testament (1485) van zijn vader de oudste zoon. Hij was heer van Bilrevelt (Bijlrevelt) en gegoed in Hoepertingen (huys, hoff, landen, bosschen), Berlinghen (landen en bosschen) en Mierlo (hoeve Ter Hoeffve met toebehoren). Vervolgens bezat hij een jaarlijkse rente van 30 gouden rijnsgulden op de heerlijkheid van Grevenbroek. Cartularium Mierlo stuk nr. 89.
Hij kocht 7 juni 1502 het dorp en de heerlijkheid Hupertingen (Huberdingen) in Luxemburg dat een leen was van de Heer van Heeswijk en Dinther, van. In 1518 verkocht hij dit weer. Taxandria jrg. 13 (1906), blz. 70 (artikel G.vd. Elsen, Heeswijk en Dinther II).
Heer van het huis, dorp en de heerlijkheid Mierlo, en de watermolens op Coll door koop in 1518.
Erasmus testeert 29 sept. 1532 voor twee notarissen en schepenen van Mierlo, en vermaakt Mierlo aan zijn (minderjarig) petekind Jan, oudste zoon van jhr. Franchois, de zoon van zijn broer. Bonaventura van Grevenbroek wordt als eerste van zijn natuurlijke kinderen genoemd (deze moet al rond 1527 zijn gehuwd). Vervolgens wordt Barbara Martens bedacht, bij wie Erasmus de volgende natuurlijke kinderen heeft verwekt: Anna (afzonderlijk en als eerste genoemd); Barbara; Lucia; Maria. Cartularium Mierlo, nr. 91.
Omdat in het leenregister Vedast als natuurlijke zoon wordt betiteld, ziet men hem en zijn broer als natuurlijke zonen van jhr. Hendrik van Grevenbroek. De vergissing in het leenregister heeft dan slechts betrekking op een verwisseling van vader, Erasmus of broer Hendrik. Volgens het testament van vader erfde jongste zoon jhr. Hendrik, ‘landen, bempden en bosschen onder Wellen, Vlbeeck, Overbroeck en Berlinghen’, en 50 gouden rijnsgulden op het Land van Grevenbroek, begr. te Mierlo in 1532, relatie (2) met Barbara Martens, (Barbara tr. (2) met Gerard Valx.). Uit deze relatie 6 kinderen, tr. (1).
tr. (hoogstens 27 jaar oud) voor 1527, (bron: http://www.kareldegrote.nl/Reeks97_Hamers_via_Van_Grevenbroek.html)
met
Maria Willems Snoex, dr. van Willem Snoex en Engelken Verhoeven, ovl. na 20 aug 1552.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
>
Cornelis
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Cornelis , woonachtig te Capelle a/d IJssel.tr.
met
Yefje Maertensdr (Snoeij?), dr. van Maerten Ariensz , ovl. te Capelle a/d IJssel in dec 1597.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelis | | Capelle a/d IJssel | †1626 | Capelle a/d IJssel | | 1 | 1 |
>
Maria Snoex
Maria Willems Snoex, ovl. na 20 aug 1552.tr. (Bonaventura hoogstens 27 jaar oud) voor 1527, (bron: http://www.kareldegrote.nl/Reeks97_Hamers_via_Van_Grevenbroek.html)
met
Bonaventura van Grevenbroeck, zn. van Erasmus (Raes) van Grevenbroeck en N.N. , geb. circa 1500, beleend met het schoutambacht van Mierlo 1532 In 1529 had hij een geschil met de pastoor van Mierlo waarna hij de huisraad van de pastorie kort en klein sloeg en pastoor Jan Moens bijna zou hebben doorstoken als men hem niet had tegengehouden, ovl. (hoogstens 52 jaar oud) voor 15 sep 1552.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
>
Willem Snoex
Willem Snoex.tr.
met
Engelken Verhoeven.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maria | | | †1552 | | | 1 | 4 |
>
Engelken Verhoeven
Engelken Verhoeven.tr.
met
Willem Snoex.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maria | | | †1552 | | | 1 | 4 |
>
Erasmus van Grevenbroeck
Erasmus (Raes) van Grevenbroeck, heer van Heeswijck en Dinther (1502,1518), Mierlo (1518) en Bildertvelt (B). Hij testeert 29.9.1532 en legateert het vorsterschap van Mierlo aan Vedastus (van Grevenbroek ??) "zijne neve", maar in leenregister (abusievelijk ?) genoemd natuurlijke zoon. Had bij N.N. twee bastaardzoons en bij Anna (lees Barbara) Martens negen bastaardkinderen, die zijn goederen erfden. Barbara Martens overleed na 26.9.1577 en werd begraven in Gemert.
Erasmus (Raeschen) was volgens het testament (1485) van zijn vader de oudste zoon. Hij was heer van Bilrevelt (Bijlrevelt) en gegoed in Hoepertingen (huys, hoff, landen, bosschen), Berlinghen (landen en bosschen) en Mierlo (hoeve Ter Hoeffve met toebehoren). Vervolgens bezat hij een jaarlijkse rente van 30 gouden rijnsgulden op de heerlijkheid van Grevenbroek. Cartularium Mierlo stuk nr. 89.
Hij kocht 7 juni 1502 het dorp en de heerlijkheid Hupertingen (Huberdingen) in Luxemburg dat een leen was van de Heer van Heeswijk en Dinther, van. In 1518 verkocht hij dit weer. Taxandria jrg. 13 (1906), blz. 70 (artikel G.vd. Elsen, Heeswijk en Dinther II).
Heer van het huis, dorp en de heerlijkheid Mierlo, en de watermolens op Coll door koop in 1518.
Erasmus testeert 29 sept. 1532 voor twee notarissen en schepenen van Mierlo, en vermaakt Mierlo aan zijn (minderjarig) petekind Jan, oudste zoon van jhr. Franchois, de zoon van zijn broer. Bonaventura van Grevenbroek wordt als eerste van zijn natuurlijke kinderen genoemd (deze moet al rond 1527 zijn gehuwd). Vervolgens wordt Barbara Martens bedacht, bij wie Erasmus de volgende natuurlijke kinderen heeft verwekt: Anna (afzonderlijk en als eerste genoemd); Barbara; Lucia; Maria. Cartularium Mierlo, nr. 91.
Omdat in het leenregister Vedast als natuurlijke zoon wordt betiteld, ziet men hem en zijn broer als natuurlijke zonen van jhr. Hendrik van Grevenbroek. De vergissing in het leenregister heeft dan slechts betrekking op een verwisseling van vader, Erasmus of broer Hendrik. Volgens het testament van vader erfde jongste zoon jhr. Hendrik, ‘landen, bempden en bosschen onder Wellen, Vlbeeck, Overbroeck en Berlinghen’, en 50 gouden rijnsgulden op het Land van Grevenbroek, begr. te Mierlo in 1532.- Vader:
Jonkheer Jan van Grevenbroeck heer van Binderveld, zn. van Ridder Johan Heer van van Grevenbroeck, Hamont en Lille en Elisabeth (Elsbeen) Dicbier, geb. circa 1415, poorter van Maastricht (1461), testeert in 1481 p 30 mei 1447 werden de huwelijkse voorwaarden tussen jhr. Jan van Grevenbroek, heer van Bijlrevelt, en jkvr. Christina, dochter van wijlen Staes van Sittert, gezegd van der Cruijs, opgesteld. In deze akte verwijst jhr. Jan van Grevenbroek naar zijn overleden moeder Elsbeene van Dicbier. Daarbij aanwezig waren o.a. zijn broers jhr. Robbrecht, heer van Grevenbroek, en jhr. Hendrik van Grevenbroek en zijn neven Jan en Roelmont van Grevenbroek, wettige zonen van voornoemde Robbert. Namens Christina waren o.a. haar voogd jhr. Jan heer van Rijckel, Raes van Rijckel, kanunnik en proost van het Luikse Sint- Bartholomeus, ridder Raes Warous, heer van Vorous en Ossinguiz en Raes van Hackaert, heer van Hupertinghen. Deze uitgebreide akte van huwelijkse
voorwaarden werd op 14 juni 1447 bevestigd door de bisschop van Luik. Cartularium Mierlo, nrs. 87 en 88.
Op 28 juni 1485 maakte Johan van Grevenbroek, schildknaap en heer van Bilrevelt/Bijlrevelt in zijn huys te Hubbertinghen zijn testament met goedkeuring van zijn vrouw jkvr. Christina. Hij vermeld in zijn testament zijn drie (wettige) kinderen: Raeschen; Hendrick; en jkvr. Elsen. Hij was naast heer van Bilrevelt, gegoed in Hobbertinghen/Hubbertinghen, Berlinghen, Wellen, Vlbeeck, Overbroeck, Mierlo, Tongeren, en had inkomsten uit het Land van Grevenbroek. Johan wenste begraven te worden in de kerk van Hubbertinghen. Cartularium Mierlo, nr. 89.
Opmerking: gezien de naam Raes bij drie huwelijksgetuigen van 1447 en een heer van Hupertinghen lijkt het er op dat Erasmus van Grevenbroek zijn voornaam en zijn Hupertinghense bezit/interesse van moeders kant heeft meegekregen, ovl. (ongeveer 71 jaar oud) te Hoepertingen [België] op 26 jun 1486, tr. (ongeveer 32 jaar oud) te Luik [België] op 14 jun 1447.
tr. (1)
met
N.N. .
Uit dit huwelijk 4 zonen:
relatie (2)
met
Barbara Martens, ovl. na 1598, tr. (2) met Gerard Valx. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit deze relatie 6 kinderen:
>