Joanna Catharina van den Berghe
Joanna Catharina van den Berghe, ged. te Koewacht op 22 jun 1784, landvrouw, ovl. (ongeveer 41 jaar oud) te Koewacht op 14 nov 1825.- Vader:
Cornelis van den Berghe, zn. van Petrus (Pieter) van den Berghe en Maria Catharina Noens, ged. te Stekene [België] op 29 mei 1754 (akte 297) (getuigen: Cornelis de Block en Helena van Meessche), woont Nieuwe Karnemelkpolder in Koewacht, in nov 1796, ovl. (ongeveer 48 jaar oud) te Koewacht op 8 feb 1803 volgens akte van bekendheid, opgemaakt door de vrederechter van het kanton Axel (wegens vernieting van deze huwelijksbijlagen bestaat dit document niet meer) en de Memorie van Sucsessie, otr. te Axel op 13 apr 1782, kerk.huw. (ongeveer 27 jaar oud) te Koewacht op 2 mei 1782.
tr.
met
Dominicus de Smet
>
Erasmus van Grevenbroeck
Erasmus (Raes) van Grevenbroeck, geb. circa 1556, heer van Mierlo (1556), Santvliet, en Lierop (1594) Zwanenbroeder in Den Bosch. Erasmus stond bekend als een kwaadaardig en wreed heerser. Als boetes niet op tijd werden betaald of de belasting niet kon worden opgebracht werden de bezittingen bij opbod verkocht en, aangezien de bevolking verarmd was, werden deze door de vorster gekocht in opdracht van de heer. Ook bedong en verkreeg hij vrijstelling van belasting voor zijn bezittingen, waardoor de overige bewoners gedwongen waren om in tijden van oorlog de brandschattingen geheel te voldoen. In 1595 was hij een mede-aanstichter van de heksenprocessen te Asten. Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Erasmus_van_Grevenbroek. (Bron: Geneanet - Remme), ovl. (ongeveer 77 jaar oud) op 18 sep 1633.tr, van dit gezin zijn er nog vele afstammelinge bekend, zie Geneanet- Remme
met
Johanna Bloeymans gezegd Dinther, erfdochter van Helvoirt en Zwijnsbergen.
Uit dit huwelijk 9 kinderen.
>
Catharina van Grevenbroeck
Catharina van Grevenbroeck, ovl. in 1626, begr. te Vilvoorde [België].tr.
met
Mario Stivivi, italiaan kapitein en ridder in de orde van St. Steven
>
Mario Stivivi
Mario Stivivi, italiaan kapitein en ridder in de orde van St. Steven.tr.
met
Catharina van Grevenbroeck, dr. van Jan van Grevenbroeck en Adriana van de Dycke, ovl. in 1626, begr. te Vilvoorde [België]
>
Petrus M van den Berghe
Petrus M van den Berghe, ged. te Koewacht op 24 jan 1787, miltair in het leger van Napoleon, 103e Regiment Infanterie van Linie.- Vader:
Cornelis van den Berghe, zn. van Petrus (Pieter) van den Berghe en Maria Catharina Noens, ged. te Stekene [België] op 29 mei 1754 (akte 297) (getuigen: Cornelis de Block en Helena van Meessche), woont Nieuwe Karnemelkpolder in Koewacht, in nov 1796, ovl. (ongeveer 48 jaar oud) te Koewacht op 8 feb 1803 volgens akte van bekendheid, opgemaakt door de vrederechter van het kanton Axel (wegens vernieting van deze huwelijksbijlagen bestaat dit document niet meer) en de Memorie van Sucsessie, otr. te Axel op 13 apr 1782, kerk.huw. (ongeveer 27 jaar oud) te Koewacht op 2 mei 1782.
>
Joseph Emanuel van den Berghe
Joseph Emanuel van den Berghe, ged. te Koewacht op 13 mrt 1773, ovl. (ongeveer 71 jaar oud) te Stekene [België] op 23 jul 1844.- Vader:
Petrus (Pieter) van den Berghe, zn. van Petrus van den Berghe en Susanna Staes, ged. te Stekene [België] op 11 aug 1706 (getuigen: Petrus Coghe en Maria Bogaerts), huwelijksgetuige van Joannes Franciscus (Jan) Bal en zijn dochter Petronilla van den Berge te Koewacht op 21 mei 1770, begr. te Koewacht https://www.geneaknowhow.net/script/dewit/koewacht-begraven-1710-1799.htm op 7 jan 1785,
, Dat Pieter een zoon is van Petrus en Susanna Staes kan niet worden aangetoond uit de DTB akten. Echter, gezien het redelijk overeenkomende geboortejaar en de vele doop- en huwelijksgetuigen (o.a. MC Noens en Petrus Martinus Martens) mag deze relatie worden verondersteld, tr. (1) met Judoca van Overloop. Uit dit huwelijk geen kinderen bekend, tr. (resp. ongeveer 41 en ongeveer 21 jaar oud) (2) te Stekene [België] op 24 okt 1747 (akte 38) (getuigen: haar moeder Judoca Wilsens en zijn vader Petrus van den Berghe).
kerk.huw. (resp. ongeveer 21 en ongeveer 25 jaar oud) (1) te Koewacht op 9 nov 1794
met
Isabella Uijtdraegers, dr. van Andries Uijtdragers en Catharina de Rop, geb. te Sint Jansteen circa 1769, ovl. (ongeveer 55 jaar oud) te Koewacht circa 31 aug 1824 (Volgens memorie van successie archieftoegang 398 inventarisnr 167).
Uit dit huwelijk 2 kinderen.
tr. (2)
met
Joanna Geck, geb. te IJzendijke circa 1771, ovl. (ongeveer 68 jaar oud) te Stekene [België] op 3 jul 1839
>
Eleonora van Grevenbroeck
Eleonora van Grevenbroeck.tr.
met
Eloy de Mont St. Eloy, raadsheer te Mechelen
>
Joannes Luijckx
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Joannes Luijckx, geb. Niet in Kieldrecht, ovl. in 1731.tr. te Kieldrecht [België] op 22 sep 1716 (akte 18) (getuigen: Joannes Pauwels? en Christophorus? van ?), geen huwelijken van de Vijver voor 1700 in Meerdonk
met
Judoca van de Vijver, geb. Niet in Kieldrecht.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Anna | *1717 | Meerdonk [België] | 1788 | Kieldrecht [België] | 70 | 2 | 3 |
2 | Egideus | ~1719 | Meerdonk [België] | | | | 0 | 0 |
3 | Elisabeth | ~1721 | Meerdonk [België] | | | | 0 | 0 |
4 | Maria | ~1722 | | | | | 0 | 0 |
5 | Egideus | ~1716 | Kieldrecht [België] | †1719 | | 2 | 0 | 0 |
>
Eloy de Mont St. Eloy
Eloy de Mont St. Eloy, raadsheer te Mechelen.tr.
met
Eleonora van Grevenbroeck, dr. van Jan van Grevenbroeck en Adriana van de Dycke
>
Pieter van Himst
Pieter van Himst, geb. te Hengstdijk circa 1754, dagloner op 23 jun 1832, begr. te Hontenisse op 23 jun 1832.tr. (resp. ongeveer 53 en ongeveer 57 jaar oud) te Hontenisse op 1 jul 1807
met
Petronilla van den Berge, dr. van Petrus (Pieter) van den Berghe en Maria Catharina Noens, ged. te Stekene [België] op 13 mei 1750 (getuigen: Theodorus Noens en Petronilla Backer), Cultivatrice op 1 okt 1798, Journaliere op 9 jun 1809, Arbeidster op 11 mei 1822, Particuliere op 28 okt 1830, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) te Hontenisse op 28 okt 1830, begr. aldaar op 28 okt 1830, tr. (1) met Joannes Franciscus (Jan) Bal. Uit dit huwelijk 11 kinderen, tr. (2) met Francois Terling. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (4) met Pierre Antheunis. Uit dit huwelijk geen kinderen
>
Johanna Bloeymans gezegd Dinther
Johanna Bloeymans gezegd Dinther, erfdochter van Helvoirt en Zwijnsbergen.tr, van dit gezin zijn er nog vele afstammelinge bekend, zie Geneanet- Remme
met
Erasmus (Raes) van Grevenbroeck, zn. van Jan van Grevenbroeck en Adriana van de Dycke, geb. circa 1556, heer van Mierlo (1556), Santvliet, en Lierop (1594) Zwanenbroeder in Den Bosch. Erasmus stond bekend als een kwaadaardig en wreed heerser. Als boetes niet op tijd werden betaald of de belasting niet kon worden opgebracht werden de bezittingen bij opbod verkocht en, aangezien de bevolking verarmd was, werden deze door de vorster gekocht in opdracht van de heer. Ook bedong en verkreeg hij vrijstelling van belasting voor zijn bezittingen, waardoor de overige bewoners gedwongen waren om in tijden van oorlog de brandschattingen geheel te voldoen. In 1595 was hij een mede-aanstichter van de heksenprocessen te Asten. Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Erasmus_van_Grevenbroek. (Bron: Geneanet - Remme), ovl. (ongeveer 77 jaar oud) op 18 sep 1633.
Uit dit huwelijk 9 kinderen.
>
Reynier van Grevenbroeck
Reynier van Grevenbroeck burggraaf van Montenneken.- Vader:
Ridder Robert van Arkel van Renswoude genaamd van Aken, heer van Grevenbroeck, zn. van Ridder Robert heer van van Arkel,Bergambacht en Renswoude en Aleid van Asperen, geb. circa 1345, kocht in 1366 het kasteleinschap van Montenaken van ridder Jan van Montenaken, Heer van Bindersveld Door oom Johan van Arkel, bisschop van Utrecht, in 1363 beleend met Renswoude. Nadat Johan van Arkel bisschop werd van Luik en het graafschap Loon in zijn bezit kreeg, schonk hij Grevenbroek aan neef Robbert. Volgens du Tillet (fol. 292, aangehaald in het handschift Van Spaen, archief van den Hoogen Raad van Adel te ’s-Gravenhage) ontving Robrecht van Grevenbroeck in 1372 een jaargeld van de Koning van Frankrijk. Als burggraaf van Montenaeken leende hij in 1375 geld aan de stad Utrecht (van Spaen). Beleend in 1393 met den hof te Schleiden in het land van Dalem (Hollandsch Leenregister). In 1394 had hij een geschil met het klooster van Marienkroon te Heusden (Hollandsch Leenregister). Robrecht van Grevenbroeck stichtte een gasthuis te Roermond. Zijn vrouw was Elisabeth (volgend anderen Hildegond) de la Saulx, dochter van Wouter, heer van den Tempel en N. van Argenteau. Elisabeth was te voren weduwe van Daniel van Palland, heer van Trip. Van Sasse van Ysselt 1901, blz. 6-7.
Ridder Robbert van Arkel, Heer van Van Grevenbroeck genaamd van Aken. Kocht in 1366 het kasteleinschap van Montenaken van ridder Jan van Montenaken, Heer van Bindersveld en word 13-6-1373 als zodanig betiteld. In 1366 wordt hij als ridder vermeld en bezat hij een molen te Waremme in leen van de graaf van Loon (oom Jan de bisschop van Luik!). Hij verkreeg Grevenbroek (1380) van zijn oom bisschop Jan van Arkel. Naast Grevenbroek bezat hij Lille-St. Hubert, Rijnswoude, Hamont en Achel. Als ‘grand seigneur’ kreeg hij op 21-4-1372 een lijfpensioen van Karel V, koning van Frankrijk wegens bewezen diensten en liet hij een klooster en groot hospitaal te Roermond bouwen (met verwijzing naar Du Tillet, Recueil des Rois de France, leurs Couronne et Maison, deel II, blz. 297. Hij wordt hier ‘Van Renswoude’ genoemd). Robbert van Grevenbroeck was ontvanger generaal van het graafschap Loon. Ridder Otto van Arkel beloofde hem (1391) schadeloos te houden ‘van den hoeffstal ende alnoch 440 goede Holantsche guldens’. Hij leefde nog in 1401 maar overleed vóór 7-2-1416. In 1372 was hij gehuwd met jkvr. Pentecoste de La Saulx de Temples, weduwe van ridder Daniel van Pallandt, Heer van Trips. Pentecoste was een dtr. van ridder Wouter de La Saulx, Heer van Temples, en jkvr. Margriet d’ Argenteau (Arkenteel). Van Schijndel 1959, blz. 37-38.
Het kasteel van Grevenbroek was gebouwd door Willem van Boxtel die vanaf 1338 allodiaal heer was van het rechtsgebied Hamont, Achel en St. Huibrechts-Lille. Diens dochter en schoonzoon verkochten de heerlijkheid in 1360 aan de Luikse edelman Jan van Hamal. In de Loonse successieoorlog koos die de verkeerde zijde. In 1367 moest Jan van Hamal afstand doen van het kasteel van Grevenbroek waarna zijn zoon Willem met de burcht beleend werd als Loons leenman. Het Land van Hamont, etc. bleef allodiaal bezit van Willem van Hamal. Op 1 feb. 1380 ontving Robrecht van Arkel, het kasteel in leen van de Luise prins-bisschop. Hem werd tevens de heerlijke rechten over het land van Grevenbroeck in eigendom gegeven. In 1401 ontstond tussen het land van Grevenbroeck en de naburige Loonse dorpen onenigheid over het bezit van de heide. Prins-bisschop Jan van Beijeren liet de kwestie onderzoeken en grensstenen plaatsen. Robrecht van Arkel, heer van Grevenbroeck ging met de plaatsing niet accoord en liet ze uitrukken. De prins-bisschop bracht een leger samen en trok het land van Grevenbroek binnen, veroverde de vesting Hamont en belegerde het kasteel van Grevenbroek, dat door Jan van Grevenbroek werd verdedigd, dat zich na een langdurig beleg over moest geven. Bij decreet van 24 mei 1401 werd Robrecht van Grevenbroeck vervallen verklaard van zijn rechten en werd het Land van Grevenbroeck geannexeerd en tot Loons leen gemaakt. Zoon Jan van Grevenbroeck werd vervolgend beleend met het kasteel en het land van Grevenbroek. Piet Dekker 1998, blz.147-149.
Uit het bovenstaande valt dus te destilleren dat Robbert van Arkel in 1363 Renswoude ontving van zijn oom de bisschop. Hij is schijnbaar in het gevolg van zijn oom naar Luik gegaan en heeft daar carrière gemaakt. In 1366 was hij ridder en had hij een molen te Waremme. In 1366 kocht hij het kasteleinschap van Montenaken waaraan hij zijn incidentele bijnaam Van Aken ontleende. Hij had ook een bastaard met naam Robbert van Aken. Vervolgens moet hij in dienst van de Koning van Frankrijk hebben gestaan waardoor deze hem in 1372 beloonde met een lijfpensioen. Schijnbaar heeft oom Jan van Arkel, overl. 1377, het allodiale land van Hamont, etc. verworven van de familie Van Hamal en geschonken aan zijn neef, die naderhand zelf ook de burcht Grevenbroek verwierf omdat hij daar op 1 feb. 1380 door de nieuwe prins-bisschop mee werd beleend. Het kan ook zijn dat de schenking door bisschop Jan van Arkel een verzinsel is en dan zal heer Robbert uit eigen zak de burcht en het Land van Grevenbroek gekocht hebben. De schenking moet in ieder geval dateren voor … 1377, het overlijdensjaar van oom Jan. Heer Robbert van Grevenbroek was vóór 2 jan. 1413 overleden. Den Bosch R. 1188 (1412-1413), fol. 58r.
Zoon Jan van Grevenbroek wordt de oudste zoon genoemd van heer Robbert. Namen als Robbert, Wouter of Daniel lagen echter meer voor de hand. Dus of Jan is de oudste in leven gebleven zoon van heer Robbert, of hij is vernoemd naar oudoom bisschop Jan van Arkel aan wie zijn vader veel de danken had. Als Jan van Arkel de peetoom was zal Jan in ieder geval in voor 1 juli 1377 zijn geboren. Rekening houdend met enkele jonggestorven kinderen zal het huwelijk van heer Robbert in of kort voor 1372 volgens Van Schijndel dus best kunnen kloppen. Hij verwijst hiervoor naar (De Hemricourt,) Le Miroir des Nobles de Hesbaye.
Volgens Europaischen Stammtafeln, Neue Folge VI, Tafel 113 Die Herren von Argenteau in Argenteau und in Houffalize, was Wauthier de la Saule gt de Temples gehuwd met Marie, jongere dr. van Renaud IV van Argentau. Bij deze Renaud (heer Robert heeft een zoon met naam Reynier, kastelein van Montenaken) staat de volgende informatie: Ritter, seigneur de Fleron, vogt zu Ciney, senechall d Hzt Limburg; 1318/56, overl. 1356/58; tr. Katharina von Corswarem, dr. v. Arnold. Marie’s oudere zus Adelaide huwde 1352 Werner van Merode. Voor zover je kunt vertrouwen op de ES zal het huwelijk tussen Marie van Argenteau en Wauter de la Saulx ook wel in de jaren ’50 te plaatsen zijn. Een dochter Elisabeth genaamd Pentecoste uit dit huwelijk zal derhalve bij haar hertrouwen nog jeugdig zijn geweest. Een huwelijksjaar van 1372 (de vermoedelijk eerste vermelding) is derhalve logischer dan ca. 1370. De (bij-) naam Pentecoste (Pinxt) komen we weer in jongere generaties tegen.
Heer Robbert van Arkel, heer van Grevenbroek heeft echter niet stil gelegen. Hij heeft maar liefst vier natuurlijke zonen met naam Robbert: R. van Aken; R. van Swolle; R. van der Hullen; R. Dunhoet, die we in de Bossche Protocollen tegenkomen in Peelland en in het grensgebied met België. Wellicht dat de laatste identiek is met een van de voornoemden. Diverse van deze zonen hebben voor nageslacht gezorgd die echter niet altijd gemakkelijk te koppelen valt aan de juiste Robbert. Naast de diverse Robbertsen is er ook nog een natuurlijke zoon Hector. De grote hoeveelheid kinderen en natuurlijke kinderen hebben ervoor gezorgd dat de genealogische literatuur over de Van Grevenbroeks (en het Land van Grevenbroek) zo’n onduidelijk beeld schetst over de juiste familieverhoudingen, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) circa 1401, tr. (ongeveer 25 jaar oud) circa 1370.
>
Jacobus Backx
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Jacobus Janse Backx,
, Bronvermelding 1694
, archiefnummer 14, Schepenbank van Tilburg en Goirle, inventarisnummer 468, blad 82r
Gemeente: Tilburg
Periode: 1692-1699. Nog opzoeken.tr, (huwelijk en doop van beiden zijn niet te vinden)
met
Anna Christianus Michielse, begr. te Gilze op 12 jul 1740 (weduwe van Jacob Backs).
Uit dit huwelijk 3 dochters:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Catharina | ~1696 | Gilze | 17830 | Gilze | | 1 | 0 |
2 | Joanna | ~1689 | Gilze | | | | 0 | 0 |
3 | Catharina | ~1690 | Gilze | 1783 | Gilze | 92 | 1 | 8 |
>
Anna van Grevenbroeck
Anna van Grevenbroeck.- Vader:
Ridder Robert van Arkel van Renswoude genaamd van Aken, heer van Grevenbroeck, zn. van Ridder Robert heer van van Arkel,Bergambacht en Renswoude en Aleid van Asperen, geb. circa 1345, kocht in 1366 het kasteleinschap van Montenaken van ridder Jan van Montenaken, Heer van Bindersveld Door oom Johan van Arkel, bisschop van Utrecht, in 1363 beleend met Renswoude. Nadat Johan van Arkel bisschop werd van Luik en het graafschap Loon in zijn bezit kreeg, schonk hij Grevenbroek aan neef Robbert. Volgens du Tillet (fol. 292, aangehaald in het handschift Van Spaen, archief van den Hoogen Raad van Adel te ’s-Gravenhage) ontving Robrecht van Grevenbroeck in 1372 een jaargeld van de Koning van Frankrijk. Als burggraaf van Montenaeken leende hij in 1375 geld aan de stad Utrecht (van Spaen). Beleend in 1393 met den hof te Schleiden in het land van Dalem (Hollandsch Leenregister). In 1394 had hij een geschil met het klooster van Marienkroon te Heusden (Hollandsch Leenregister). Robrecht van Grevenbroeck stichtte een gasthuis te Roermond. Zijn vrouw was Elisabeth (volgend anderen Hildegond) de la Saulx, dochter van Wouter, heer van den Tempel en N. van Argenteau. Elisabeth was te voren weduwe van Daniel van Palland, heer van Trip. Van Sasse van Ysselt 1901, blz. 6-7.
Ridder Robbert van Arkel, Heer van Van Grevenbroeck genaamd van Aken. Kocht in 1366 het kasteleinschap van Montenaken van ridder Jan van Montenaken, Heer van Bindersveld en word 13-6-1373 als zodanig betiteld. In 1366 wordt hij als ridder vermeld en bezat hij een molen te Waremme in leen van de graaf van Loon (oom Jan de bisschop van Luik!). Hij verkreeg Grevenbroek (1380) van zijn oom bisschop Jan van Arkel. Naast Grevenbroek bezat hij Lille-St. Hubert, Rijnswoude, Hamont en Achel. Als ‘grand seigneur’ kreeg hij op 21-4-1372 een lijfpensioen van Karel V, koning van Frankrijk wegens bewezen diensten en liet hij een klooster en groot hospitaal te Roermond bouwen (met verwijzing naar Du Tillet, Recueil des Rois de France, leurs Couronne et Maison, deel II, blz. 297. Hij wordt hier ‘Van Renswoude’ genoemd). Robbert van Grevenbroeck was ontvanger generaal van het graafschap Loon. Ridder Otto van Arkel beloofde hem (1391) schadeloos te houden ‘van den hoeffstal ende alnoch 440 goede Holantsche guldens’. Hij leefde nog in 1401 maar overleed vóór 7-2-1416. In 1372 was hij gehuwd met jkvr. Pentecoste de La Saulx de Temples, weduwe van ridder Daniel van Pallandt, Heer van Trips. Pentecoste was een dtr. van ridder Wouter de La Saulx, Heer van Temples, en jkvr. Margriet d’ Argenteau (Arkenteel). Van Schijndel 1959, blz. 37-38.
Het kasteel van Grevenbroek was gebouwd door Willem van Boxtel die vanaf 1338 allodiaal heer was van het rechtsgebied Hamont, Achel en St. Huibrechts-Lille. Diens dochter en schoonzoon verkochten de heerlijkheid in 1360 aan de Luikse edelman Jan van Hamal. In de Loonse successieoorlog koos die de verkeerde zijde. In 1367 moest Jan van Hamal afstand doen van het kasteel van Grevenbroek waarna zijn zoon Willem met de burcht beleend werd als Loons leenman. Het Land van Hamont, etc. bleef allodiaal bezit van Willem van Hamal. Op 1 feb. 1380 ontving Robrecht van Arkel, het kasteel in leen van de Luise prins-bisschop. Hem werd tevens de heerlijke rechten over het land van Grevenbroeck in eigendom gegeven. In 1401 ontstond tussen het land van Grevenbroeck en de naburige Loonse dorpen onenigheid over het bezit van de heide. Prins-bisschop Jan van Beijeren liet de kwestie onderzoeken en grensstenen plaatsen. Robrecht van Arkel, heer van Grevenbroeck ging met de plaatsing niet accoord en liet ze uitrukken. De prins-bisschop bracht een leger samen en trok het land van Grevenbroek binnen, veroverde de vesting Hamont en belegerde het kasteel van Grevenbroek, dat door Jan van Grevenbroek werd verdedigd, dat zich na een langdurig beleg over moest geven. Bij decreet van 24 mei 1401 werd Robrecht van Grevenbroeck vervallen verklaard van zijn rechten en werd het Land van Grevenbroeck geannexeerd en tot Loons leen gemaakt. Zoon Jan van Grevenbroeck werd vervolgend beleend met het kasteel en het land van Grevenbroek. Piet Dekker 1998, blz.147-149.
Uit het bovenstaande valt dus te destilleren dat Robbert van Arkel in 1363 Renswoude ontving van zijn oom de bisschop. Hij is schijnbaar in het gevolg van zijn oom naar Luik gegaan en heeft daar carrière gemaakt. In 1366 was hij ridder en had hij een molen te Waremme. In 1366 kocht hij het kasteleinschap van Montenaken waaraan hij zijn incidentele bijnaam Van Aken ontleende. Hij had ook een bastaard met naam Robbert van Aken. Vervolgens moet hij in dienst van de Koning van Frankrijk hebben gestaan waardoor deze hem in 1372 beloonde met een lijfpensioen. Schijnbaar heeft oom Jan van Arkel, overl. 1377, het allodiale land van Hamont, etc. verworven van de familie Van Hamal en geschonken aan zijn neef, die naderhand zelf ook de burcht Grevenbroek verwierf omdat hij daar op 1 feb. 1380 door de nieuwe prins-bisschop mee werd beleend. Het kan ook zijn dat de schenking door bisschop Jan van Arkel een verzinsel is en dan zal heer Robbert uit eigen zak de burcht en het Land van Grevenbroek gekocht hebben. De schenking moet in ieder geval dateren voor … 1377, het overlijdensjaar van oom Jan. Heer Robbert van Grevenbroek was vóór 2 jan. 1413 overleden. Den Bosch R. 1188 (1412-1413), fol. 58r.
Zoon Jan van Grevenbroek wordt de oudste zoon genoemd van heer Robbert. Namen als Robbert, Wouter of Daniel lagen echter meer voor de hand. Dus of Jan is de oudste in leven gebleven zoon van heer Robbert, of hij is vernoemd naar oudoom bisschop Jan van Arkel aan wie zijn vader veel de danken had. Als Jan van Arkel de peetoom was zal Jan in ieder geval in voor 1 juli 1377 zijn geboren. Rekening houdend met enkele jonggestorven kinderen zal het huwelijk van heer Robbert in of kort voor 1372 volgens Van Schijndel dus best kunnen kloppen. Hij verwijst hiervoor naar (De Hemricourt,) Le Miroir des Nobles de Hesbaye.
Volgens Europaischen Stammtafeln, Neue Folge VI, Tafel 113 Die Herren von Argenteau in Argenteau und in Houffalize, was Wauthier de la Saule gt de Temples gehuwd met Marie, jongere dr. van Renaud IV van Argentau. Bij deze Renaud (heer Robert heeft een zoon met naam Reynier, kastelein van Montenaken) staat de volgende informatie: Ritter, seigneur de Fleron, vogt zu Ciney, senechall d Hzt Limburg; 1318/56, overl. 1356/58; tr. Katharina von Corswarem, dr. v. Arnold. Marie’s oudere zus Adelaide huwde 1352 Werner van Merode. Voor zover je kunt vertrouwen op de ES zal het huwelijk tussen Marie van Argenteau en Wauter de la Saulx ook wel in de jaren ’50 te plaatsen zijn. Een dochter Elisabeth genaamd Pentecoste uit dit huwelijk zal derhalve bij haar hertrouwen nog jeugdig zijn geweest. Een huwelijksjaar van 1372 (de vermoedelijk eerste vermelding) is derhalve logischer dan ca. 1370. De (bij-) naam Pentecoste (Pinxt) komen we weer in jongere generaties tegen.
Heer Robbert van Arkel, heer van Grevenbroek heeft echter niet stil gelegen. Hij heeft maar liefst vier natuurlijke zonen met naam Robbert: R. van Aken; R. van Swolle; R. van der Hullen; R. Dunhoet, die we in de Bossche Protocollen tegenkomen in Peelland en in het grensgebied met België. Wellicht dat de laatste identiek is met een van de voornoemden. Diverse van deze zonen hebben voor nageslacht gezorgd die echter niet altijd gemakkelijk te koppelen valt aan de juiste Robbert. Naast de diverse Robbertsen is er ook nog een natuurlijke zoon Hector. De grote hoeveelheid kinderen en natuurlijke kinderen hebben ervoor gezorgd dat de genealogische literatuur over de Van Grevenbroeks (en het Land van Grevenbroek) zo’n onduidelijk beeld schetst over de juiste familieverhoudingen, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) circa 1401, tr. (ongeveer 25 jaar oud) circa 1370.
>
Petrus Baes
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Petrus Jansen Baes.- Vader:
Jan Jansen Baes, geb. te Dussen, kerk.huw. aldaar op 18 mei 1658.
tr.
met
Waltera Andriessen van Gils.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelia | ~1686 | Dussen | | | | 1 | 1 |
>
Waltera van Gils
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Waltera Andriessen van Gils.tr.
met
Petrus Jansen Baes, zn. van Jan Jansen Baes en Jenneken Bastiaens Koeckoeck.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelia | ~1686 | Dussen | | | | 1 | 1 |
>
Wouter van Grevenbroeck
Wouter van Grevenbroeck.- Vader:
Ridder Robert van Arkel van Renswoude genaamd van Aken, heer van Grevenbroeck, zn. van Ridder Robert heer van van Arkel,Bergambacht en Renswoude en Aleid van Asperen, geb. circa 1345, kocht in 1366 het kasteleinschap van Montenaken van ridder Jan van Montenaken, Heer van Bindersveld Door oom Johan van Arkel, bisschop van Utrecht, in 1363 beleend met Renswoude. Nadat Johan van Arkel bisschop werd van Luik en het graafschap Loon in zijn bezit kreeg, schonk hij Grevenbroek aan neef Robbert. Volgens du Tillet (fol. 292, aangehaald in het handschift Van Spaen, archief van den Hoogen Raad van Adel te ’s-Gravenhage) ontving Robrecht van Grevenbroeck in 1372 een jaargeld van de Koning van Frankrijk. Als burggraaf van Montenaeken leende hij in 1375 geld aan de stad Utrecht (van Spaen). Beleend in 1393 met den hof te Schleiden in het land van Dalem (Hollandsch Leenregister). In 1394 had hij een geschil met het klooster van Marienkroon te Heusden (Hollandsch Leenregister). Robrecht van Grevenbroeck stichtte een gasthuis te Roermond. Zijn vrouw was Elisabeth (volgend anderen Hildegond) de la Saulx, dochter van Wouter, heer van den Tempel en N. van Argenteau. Elisabeth was te voren weduwe van Daniel van Palland, heer van Trip. Van Sasse van Ysselt 1901, blz. 6-7.
Ridder Robbert van Arkel, Heer van Van Grevenbroeck genaamd van Aken. Kocht in 1366 het kasteleinschap van Montenaken van ridder Jan van Montenaken, Heer van Bindersveld en word 13-6-1373 als zodanig betiteld. In 1366 wordt hij als ridder vermeld en bezat hij een molen te Waremme in leen van de graaf van Loon (oom Jan de bisschop van Luik!). Hij verkreeg Grevenbroek (1380) van zijn oom bisschop Jan van Arkel. Naast Grevenbroek bezat hij Lille-St. Hubert, Rijnswoude, Hamont en Achel. Als ‘grand seigneur’ kreeg hij op 21-4-1372 een lijfpensioen van Karel V, koning van Frankrijk wegens bewezen diensten en liet hij een klooster en groot hospitaal te Roermond bouwen (met verwijzing naar Du Tillet, Recueil des Rois de France, leurs Couronne et Maison, deel II, blz. 297. Hij wordt hier ‘Van Renswoude’ genoemd). Robbert van Grevenbroeck was ontvanger generaal van het graafschap Loon. Ridder Otto van Arkel beloofde hem (1391) schadeloos te houden ‘van den hoeffstal ende alnoch 440 goede Holantsche guldens’. Hij leefde nog in 1401 maar overleed vóór 7-2-1416. In 1372 was hij gehuwd met jkvr. Pentecoste de La Saulx de Temples, weduwe van ridder Daniel van Pallandt, Heer van Trips. Pentecoste was een dtr. van ridder Wouter de La Saulx, Heer van Temples, en jkvr. Margriet d’ Argenteau (Arkenteel). Van Schijndel 1959, blz. 37-38.
Het kasteel van Grevenbroek was gebouwd door Willem van Boxtel die vanaf 1338 allodiaal heer was van het rechtsgebied Hamont, Achel en St. Huibrechts-Lille. Diens dochter en schoonzoon verkochten de heerlijkheid in 1360 aan de Luikse edelman Jan van Hamal. In de Loonse successieoorlog koos die de verkeerde zijde. In 1367 moest Jan van Hamal afstand doen van het kasteel van Grevenbroek waarna zijn zoon Willem met de burcht beleend werd als Loons leenman. Het Land van Hamont, etc. bleef allodiaal bezit van Willem van Hamal. Op 1 feb. 1380 ontving Robrecht van Arkel, het kasteel in leen van de Luise prins-bisschop. Hem werd tevens de heerlijke rechten over het land van Grevenbroeck in eigendom gegeven. In 1401 ontstond tussen het land van Grevenbroeck en de naburige Loonse dorpen onenigheid over het bezit van de heide. Prins-bisschop Jan van Beijeren liet de kwestie onderzoeken en grensstenen plaatsen. Robrecht van Arkel, heer van Grevenbroeck ging met de plaatsing niet accoord en liet ze uitrukken. De prins-bisschop bracht een leger samen en trok het land van Grevenbroek binnen, veroverde de vesting Hamont en belegerde het kasteel van Grevenbroek, dat door Jan van Grevenbroek werd verdedigd, dat zich na een langdurig beleg over moest geven. Bij decreet van 24 mei 1401 werd Robrecht van Grevenbroeck vervallen verklaard van zijn rechten en werd het Land van Grevenbroeck geannexeerd en tot Loons leen gemaakt. Zoon Jan van Grevenbroeck werd vervolgend beleend met het kasteel en het land van Grevenbroek. Piet Dekker 1998, blz.147-149.
Uit het bovenstaande valt dus te destilleren dat Robbert van Arkel in 1363 Renswoude ontving van zijn oom de bisschop. Hij is schijnbaar in het gevolg van zijn oom naar Luik gegaan en heeft daar carrière gemaakt. In 1366 was hij ridder en had hij een molen te Waremme. In 1366 kocht hij het kasteleinschap van Montenaken waaraan hij zijn incidentele bijnaam Van Aken ontleende. Hij had ook een bastaard met naam Robbert van Aken. Vervolgens moet hij in dienst van de Koning van Frankrijk hebben gestaan waardoor deze hem in 1372 beloonde met een lijfpensioen. Schijnbaar heeft oom Jan van Arkel, overl. 1377, het allodiale land van Hamont, etc. verworven van de familie Van Hamal en geschonken aan zijn neef, die naderhand zelf ook de burcht Grevenbroek verwierf omdat hij daar op 1 feb. 1380 door de nieuwe prins-bisschop mee werd beleend. Het kan ook zijn dat de schenking door bisschop Jan van Arkel een verzinsel is en dan zal heer Robbert uit eigen zak de burcht en het Land van Grevenbroek gekocht hebben. De schenking moet in ieder geval dateren voor … 1377, het overlijdensjaar van oom Jan. Heer Robbert van Grevenbroek was vóór 2 jan. 1413 overleden. Den Bosch R. 1188 (1412-1413), fol. 58r.
Zoon Jan van Grevenbroek wordt de oudste zoon genoemd van heer Robbert. Namen als Robbert, Wouter of Daniel lagen echter meer voor de hand. Dus of Jan is de oudste in leven gebleven zoon van heer Robbert, of hij is vernoemd naar oudoom bisschop Jan van Arkel aan wie zijn vader veel de danken had. Als Jan van Arkel de peetoom was zal Jan in ieder geval in voor 1 juli 1377 zijn geboren. Rekening houdend met enkele jonggestorven kinderen zal het huwelijk van heer Robbert in of kort voor 1372 volgens Van Schijndel dus best kunnen kloppen. Hij verwijst hiervoor naar (De Hemricourt,) Le Miroir des Nobles de Hesbaye.
Volgens Europaischen Stammtafeln, Neue Folge VI, Tafel 113 Die Herren von Argenteau in Argenteau und in Houffalize, was Wauthier de la Saule gt de Temples gehuwd met Marie, jongere dr. van Renaud IV van Argentau. Bij deze Renaud (heer Robert heeft een zoon met naam Reynier, kastelein van Montenaken) staat de volgende informatie: Ritter, seigneur de Fleron, vogt zu Ciney, senechall d Hzt Limburg; 1318/56, overl. 1356/58; tr. Katharina von Corswarem, dr. v. Arnold. Marie’s oudere zus Adelaide huwde 1352 Werner van Merode. Voor zover je kunt vertrouwen op de ES zal het huwelijk tussen Marie van Argenteau en Wauter de la Saulx ook wel in de jaren ’50 te plaatsen zijn. Een dochter Elisabeth genaamd Pentecoste uit dit huwelijk zal derhalve bij haar hertrouwen nog jeugdig zijn geweest. Een huwelijksjaar van 1372 (de vermoedelijk eerste vermelding) is derhalve logischer dan ca. 1370. De (bij-) naam Pentecoste (Pinxt) komen we weer in jongere generaties tegen.
Heer Robbert van Arkel, heer van Grevenbroek heeft echter niet stil gelegen. Hij heeft maar liefst vier natuurlijke zonen met naam Robbert: R. van Aken; R. van Swolle; R. van der Hullen; R. Dunhoet, die we in de Bossche Protocollen tegenkomen in Peelland en in het grensgebied met België. Wellicht dat de laatste identiek is met een van de voornoemden. Diverse van deze zonen hebben voor nageslacht gezorgd die echter niet altijd gemakkelijk te koppelen valt aan de juiste Robbert. Naast de diverse Robbertsen is er ook nog een natuurlijke zoon Hector. De grote hoeveelheid kinderen en natuurlijke kinderen hebben ervoor gezorgd dat de genealogische literatuur over de Van Grevenbroeks (en het Land van Grevenbroek) zo’n onduidelijk beeld schetst over de juiste familieverhoudingen, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) circa 1401, tr. (ongeveer 25 jaar oud) circa 1370.
>
Emerantia Nicolaus Buenen
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Emerantia Nicolaus Buenen, ged. te Loon op Zand op 24 dec 1662.- Vader:
Nicolaes Gijsbertus Buenen, ged. te Loon op Zand op 10 mei 1628, kerk.huw. (resp. ongeveer 29 en ongeveer 18 jaar oud) aldaar op 7 apr 1658.
tr.
met
Dionisius van der Schriek.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Nies | ~1694 | Loon op Zand | | | | 1 | 1 |
>
Adriaen van Riel
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Adriaen van Riel, ged. te Tilburg op 20 feb 1665.- Vader:
Joannes Quirijn van Riel, ged. te Tilburg op 12 dec 1621, landbouwer, arbeider, otr. te Tilburg op 10 jan 1645, kerk.huw. (ongeveer 23 jaar oud) aldaar op 2 feb 1645.
otr. te Loon op Zand op 26 okt 1686, kerk.huw. (resp. ongeveer 21 en ongeveer 25 jaar oud) aldaar op 10 nov 1686
met
Petronella Laurentius van Vught, dr. van Jaspars Laurentius en Jenneke Adams Vucht, ged. te Loon op Zand op 9 jan 1661.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maria | | | 1732 | Loon op Zand | | 1 | 1 |
>
Petronella van Vught
in
Kwartierstaat van Rob Martens
Petronella Laurentius van Vught, ged. te Loon op Zand op 9 jan 1661.otr. te Loon op Zand op 26 okt 1686, kerk.huw. (resp. ongeveer 25 en ongeveer 21 jaar oud) aldaar op 10 nov 1686
met
Adriaen van Riel, zn. van Joannes Quirijn van Riel en Anneke Cornelis Niclaes de Cock, ged. te Tilburg op 20 feb 1665.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maria | | | 1732 | Loon op Zand | | 1 | 1 |
>